Onderstaande filmpjes komen van het YouTube kanaal van PAPApinball

De basis skills zijn niet moeilijk. En als je deze beheerst wordt het flipperen nog veel leuker. Naast het binnen houden van de bal kan je de bal beter beheersen en gericht gaan schieten.

De basis.

  • De plaats van de bal op de flipper tijdens afschieten bepaalt welke kant de bal op gaat.
  • Hoe verder op het puntje van de rechter flipper hoe meer de bal naar links geschoten wordt.
  • Bevindt de bal zich meer richting het draaipunt van de flipper, komt de bal meer in het midden terecht.
  • Flipper niet met twee flippers tegelijk. Gebruik maar één flipper tegelijk.
  • Flipper niet onnodig. Flipper alleen als je een bal wilt raken.

Dead bounce.

  • Je hoeft niet altijd meteen te flipperen als er een bal bij de flipper komt.
  • Pak de rust en je zult zien dat de bal door stuitert naar de andere flipper.
  • Dit kan van pas komen als je de bal op een bepaalde plaats wilt krijgen.
  • Ook kan dit helpen met het stil leggen van de bal om hem onder controle te krijgen. 

Live catch.

  • Om de bal onder controle te krijgen wil je de bal op de flipper stil leggen.
  • Dit kan je doen door de flipper naar de bal toe te brengen en deze elkaar op het juiste moment te laten raken. 

Drop catch.

  • Om de bal onder controle te krijgen wil je de bal niet altijd laten stuiteren of meteen wegschieten.
  • Je kan de bal dan “opvangen” door de flipper omhoog te hebben als de bal eraan komt en de flipper mee te laten zakken met de bal.

Post pass.

  • Als je de bal op de verkeerde flipper heb stil gelegd kan je hem overspelen naar de andere flipper.
  • Laat je flipper kort zakken waarna je hem meteen weer omhoog laat komen.
  • De bal zal dan naar de andere flipper stuiteren.
  • Vang de bal met de andere flipper op voor bal controle.

Tap pass.

  • Je bal komt over de verkeerde flipper gerold.
  • Speel de bal over naar de andere flipper.
  • Geef de flipper een kort tikje waardoor de bal overspringt.

Flick pass.

  • Je bal rolt bijna over de punt van je flipper heen.
  • Geef op het laatste moment de flipper een korte tik.
  • Vang de bal op met de andere flipper.

Loop pass.

  • Je bal komt niet aan op de flipper waarmee je hem weg wilt schieten.
  • Laat de bal op een zakkende flipper stuiteren.
  • Vang de bal op met de andere flipper.

Cradle separation.

  • Je hebt bij een multiball twee ballen op 1 flipper.
  • Geef de flipper een korte tik.
  • Een bal zal gaan stuiteren en naar de andere flipper gaan.
  • Vang de bal op met de andere flipper of schiet hem meteen weg.

Over/under cradle separation.

  • Je hebt bij een multiball twee ballen op 1 flipper.
  • Geef de flipper een korte tik, de eerst bal zal omhoog geschoten worden.
  • Geef de flipper nog een korte tik, de tweede bal zal over stuiteren naar de andere flipper.
  • Vang de eerste bal op met de flipper.
  • Vang de tweede bal op met de andere flipper.